MENU

Leven als pelgrim

26 juni 2017
Henk Stoorvogel

 

Wij leven in een spanningsveld. Tussen nu en later. Tussen hier en daar. Tussen de aarde en de hemel. Van de geloofshelden in Hebreeën 11:16 wordt gezegd dat zij 'reikhalzend uitkeken naar een beter vaderland: het hemelse'. Tegelijk roept de Bijbel ons op om volledig in het hier en nu te 'zijn', ons in te zetten voor de bloei van de stad waarin wij leven en zout en licht te zijn.

Onze default modus is echter dat wij ons verliezen in het hier en nu en vergeten dat we ergens anders thuis horen. Vroeger gingen we voor een huisje, een boompje en een beestje. Voordat we het wisten veranderde dat in een huis, een boom en een beest. Tegenwoordig gaat het al snel om huizen, hele bossen en een veestapel waar een hobbyboer jaloers op zou zijn. We willen steeds meer en vinden dat ook vanzelfsprekend. Iedereen om ons heen doet dat toch ook?

Het gevolg is echter wel dat we uit balans raken en het zicht op de hemel verliezen.

Hoe kunnen wij in het hier en nu leven met een pelgrimsmentaliteit?

De oplossing die de Bijbel en christelijke denkers ons aandragen is deze: 'Focus op de hemel en je krijgt de aarde erbij.' C.S. Lewis zei: 'Zij die zich richten op de hemel krijgen de aarde erbij. Zij die zich richten op de aarde, verliezen zowel de hemel als de aarde.'

Wat betekent het vanuit deze optiek om te leven met een gerichtheid op de hemel?

De Hebreeënbrief reikt ons verschillende sleutels aan:

1. Wees altijd vrij om te kunnen reageren op de roepstem van God. Hebreeën 11:8 zegt: 'Door zijn geloof gíng Abraham, toen hij geroepen werd.' Abraham werd door God geroepen om zijn land en familie te verlaten - en hij gehoorzaamde. Wanneer ons leven te zwaar belast is, zijn we niet langer in staat om mee te bewegen met de fluisteringen van God. In het aangaan van financiële verplichtingen, het beheren van onze agenda en het hechten aan één plek houdt de pelgrim altijd in het achterhoofd dat hij of zij onmiddellijk wil kunnen reageren op de roepstem van God wanneer die klinkt.

2. Wees bereid om te gáán voor de glimp. Hebreeën 11:13 zegt: 'Wat hun beloofd was zagen ze geen werkelijkheid worden, ze hebben slechts een glimp ervan begroet.' Véél land en nog veel meer nakomelingen had God aan Abraham beloofd. Toch zien we Abraham op 137-jarige leeftijd nog altijd met lege handen staan. Hij bezit nog geen enkel stukje van het Beloofde Land. Isaäk, de zoon van de belofte is weliswaar geboren, maar nog niet getrouwd. Waar blijft de vervulling van de belofte? Abraham gaat vervolgens aan het werk. Tot in detail beschrijft de Bijbel hoe hij een eerste stukje land koopt en vervolgens zijn vertrouwde slaaf op pad stuurt om een vrouw voor Isaäk te zoeken. Daarna is het leven van Abraham 'klaar'. Hij heeft zich maximaal ingezet voor een minimale verwezenlijking van de belofte. Abraham was bereid om te gaan voor de glimp. De pelgrim heeft het vermogen om over zijn eigen leven en situatie heen te kijken en te gelóven dat God doorgaat en afmaakt waar hij mee begonnen is. De pelgrim is bereid om te gaan voor de glimp.

3. Pelgrims blijven zingen. Hebreeën 13:15 zegt: 'Laten we met Jezus' tussenkomst een dankoffer brengen aan God: het huldebetoon van lippen die zijn naam prijzen, ononderbroken.' Het is onmogelijk om God te prijzen met gesloten mond. Je kunt niet voor God zingen met nauwelijks bewegende lippen. Het kenmerk van de pelgrim is dat hij zingend zijn weg vervolgt, zoals de slaven op de plantages in Amerika hun van verlangen naar de hemel doordrenkte negro-spirituals zongen. Goed zingen kan alleen 'met tussenkomst van Jezus'. Hij is het hitteschild die onze fragiele persoon, onze lauwe harten en onze halfslachtige geest levend houdt voor het aangezicht van een heilig God. Hebreeën 2:12 werpt een bijzonder licht op de tussenkomst van Jezus. Daar wordt Psalm 22:23 profetisch toegepast op Jezus zelf, zodat daar staat dat Jezus zélf tussen ons staat en méézingt wanneer wij hem aanbidden. Wát een waarheid! Samen met Jezus zingend vervolgen wij, als pelgrims, onze weg op aarde.

4. Pelgrims verlangen naar de hemel, zoals Abraham en Sara en al die andere geloofshelden met reikhalzend verlangen uitkeken naar hun thuis, hun hemelse vaderland. Verlang jij naar de hemel? Droom je er wel eens over hoe het daar zal zijn? In de hemel zijn geen ziekenhuizen, geen begraafplaatsen, geen gillende sirenes. Daar is geen misbruik, geen verkrachting, geen terrorisme. In de hemel zullen wij zingen, jazeker. Begeleid door een achtergrondkoor van 100 miljoen engelen zullen wij samen met 'alles wat leeft' zingen voor Koning Jezus. We zullen herenigd worden met onze geliefden die ons zijn voorgegaan. Wij kunnen onze ouders, partner, kinderen of vrienden missen wanneer wij gestorven zijn. Maar de christen heeft de troost dat hij de geliefden die hem zijn voorgegaan in de hemel weer zal ontmoeten. In de hemel zal herstel zijn. God zelf zal de tranen van de ogen afwissen. Zijn hand zal ons gelaat aanraken. Wat een moment van tedere intimiteit zal dat zijn! De tranen van de in de steek gelaten vrouw, in haar houten huisje met het golfplaten dak, die niet weet hoe haar kinderen de volgende dag te voeden... De tranen van de getraumiseerde militair die niet weet hoe verder te gaan met zijn leven... De tranen van de miljoenen kinderen, zwervend over de vuilnisbelten van planeet aarde, plastic flessen verkopend voor bijna niks... God zal de tranen van onze ogen afwissen. En wij zullen bij Jezus zijn. Wij zullen hem zien. En veranderd worden naar zijn beeld. Wij zullen kennen zoals we gekend zijn. Eindelijk thuis. Eindelijk op de plek waar we horen.

 

Zoek eerst de hemel en je krijgt de aarde erbij. Levend als pelgrim kijken wij reikhalzend uit naar ons nieuwe vaderland.

Dit is een samenvatting van mijn preek in de VEZ op 25 juni 2017. Via www.vezwolle.nl/prekenenmedia kun je de hele preek beluisteren.