MENU

Wandelen over water... Of: Zwemmen door de Maas...

9 augustus 2017

Wandelen over water; dat was het jaarthema in de VEZ, afgelopen seizoen. Het ging om stappen zetten in het onbekende, je comfort zone durven verlaten, nieuwe dingen doen.

Nergens heb ik mij onzekerder over gevoeld dan over mijn Iron Man, afgelopen zondag. De nacht ervoor kon ik niet slapen, zo zenuwachtig was ik. Dat was me in jaren niet overkomen. De laatste keer dat ik zo bang voor iets was, was denk ik voor het eerste Karakterweekend dat we in Schotland organiseerden. En dat is inmiddels alweer zeven jaar geleden.

De avond voor de Iron Man hadden Robert, mijn trainingsmaatje in aanloop naar onze ultieme uitdaging, en ik bij een Italiaan een bak spaghetti bolognese gekocht. We moesten immers koolhydraten stapelen. 's Ochtends om vijf uur zouden we de bak spaghetti wegwerken. Ik kreeg echter met moeite vijf happen door mijn keel.

Waar zag ik zo tegenop?

Tegen alles wel, maar vooral tegen het zwemmen. Ik heb de borstcrawl namelijk niet goed onder de knie en moest de 3,8 kilometer met de schoolslag te lijf gaan, door de Maas, waarvan de helft tegen de stroom in. Twee weken voor de Iron Man had ik samen met Robert een 'rondje gracht' om Zwolle gezwommen. 3,25 kilometer, in anderhalf uur. Ik moest het accepteren: ik ben een langzame zwemmer.

Maar niet alleen ben ik een langzame zwemmer, ook ben ik een onervaren fietser. Tijdens mijn eerste - en enige triathlon - in de voorbereiding; 1/8e in mijn eigen wijk Stadshagen, zat ik voor het eerst van mijn leven op een racefiets. In de wintermaanden ben ik tijdens trainingsrondjes twee keer gevallen, beide keren op mijn heup. Eén keer lag ik bijna onder een auto, knalde ik tegen het achterwiel aan. Hoewel mijn fietsmaatje liefdevol opmerkte dat ik 'echt viel zoals alleen dominee kan vallen, zo gracieus glijdend over het wegdek', vond ik het maar niets. Ik miste controle.

En omdat ik me zozeer op het fietsen had gefocust, daar ben je tijdens een Iron Man tenslotte het langst zoet mee, had ik te weinig gelopen. 

Dus spookte het door mijn hoofd: 'Heb ik wel voldoende getraind? Gaat het me wel lukken? Kom ik de Maas wel binnen de limiet van 2 uur 20 uit? Blijf ik op mijn fiets zitten? Verdraag ik de gelletjes wel? Had ik niet veel meer aandacht aan het lopen moeten geven?'

'Was het maar vast zondag', zei ik zaterdag tegen Robert. 'Konden we de komende nacht maar overslaan.'

Ik was bang. Geïntimideerd door de omvang van de uitdaging. Ik kon het niet goed overzien.

En juist daarom was mijn deelname aan de Iron Man zo'n ongelofelijk goede ervaring voor mij. Want wanneer doe ik nog iets waar ik echt tegenop zie? Wanneer word ik nog serieus uitgedaagd? Mijn neiging is om vooral die dingen te doen waar ik me comfortabel in voel. De dingen waarvan ik weet dat ik ze toch wel kan, of dat het prima zal lukken. 

De Iron Man maakte mij afhankelijk. Van God. Van zijn kracht. 'De vreugde des Heren is mijn kracht', hield ik mezelf keer op keer voor. En Psalm 42 - 'Gelijk een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar U o God', waren mijn gebeden tijdens het zwemmen, fietsen en lopen.

Volgens Ruth zweefde ik afgelopen maandag op een wolk. Zo blij was ik dat het gelukt was. Ik voelde me voldaan. Sereen. Intens dankbaar. Innig verbonden met God.

Zo, op de valreep van het seizoen 'Wandelen over water' mocht ik zelf de essentie daarvan ervaren, door een stuk te zwemmen door de Maas.